COMPETENTIE is, naast Autonomie en Verbondenheid een van de drie basisbehoeften, die – als we die behoeften goed kunnen vervullen – ons een vitaal leven geven.
Maar wat helpt om je competent te voelen op je werk?
In deze bijdrage: STERKE KANTEN en JOBCARVING.
We hebben allemaal taken en vaardigheden waar we door de tijd heen, goed in zijn geworden. Maar dat wil nog niet zeggen dat we dat dan ook allemaal leuk vinden om te doen. Ik denk even aan het plakken van fietsbanden ☹ In de positieve psychologie wordt onderscheid gemaakt tussen aangeleerde vaardigheden en STERKE KANTEN. Aangeleerde vaardigheden zijn die dingen waar je goed in bent, maar die je geen energie opleveren. Sterke kanten zijn die dingen waar je goed in bent, en waar je ook nog plezier in hebt. Ons onderwijssysteem bijvoorbeeld is grotendeels gebaseerd op het concept van aangeleerde vaardigheden. Zeker het primair onderwijs gaat uit van een generiek curriculum, waarbij ieder kind dezelfde onderwijsdoelen krijgt. Bijles en RT worden ingezet om zwakke gebieden bij te werken. Een bepaalde basis aan kennis en vaardigheden is belangrijk om goed te kunnen functioneren in de maatschappij.
Maar uit onderzoek blijkt dat je sneller groeit als je investeert in je sterke kanten dan als je energie blijft steken in aangeleerde vaardigheden. Daarom is de vraag of je moet blijven vasthouden aan taken die je niet echt leuk vindt. Het is goed om hier voor jezelf eens stil bij te staan: waar wordt je nu echt blij van, wanneer kom je in een flow terecht? En is het een optie om te besluiten om iets gewoon niet meer te doen, ook al vinden anderen dat je dat zo goed kan? In HR-termen kun je dan uitkomen op JOBCARVING: dat je bepaalde taken gaat afstoten.