COMPETENTIE is, naast Autonomie en Verbondenheid een van de drie basisbehoeften, die – als we die behoeften goed kunnen vervullen – ons een vitaal leven geven.
Maar wat helpt om je competent te voelen op je werk?
In deze bijdrage deel 2 van PERSOONLIJKE ONTWIKKELING.
In de vorige bijdrage werd benadrukt dat een ‘groei mindset’ nodig is om überhaupt open te staan om jezelf verder te ontwikkelen. Hoe doe je dit nu praktisch op je werk?
Scholing en opleiding liggen natuurlijk erg voor de hand, de vraag is wel hoeveel budget en vooral tijd hiervoor beschikbaar is. De drukte van alle dag kan persoonlijke ontwikkeling in de weg zitten. Tegelijkertijd kennen we de metafoor van de boomhakker met een botte bijl die daardoor zo lang bezig is met zijn werk dat hij geen tijd heeft om zijn bijl te slijpen…
Een andere manier is ‘training on the job’, waarbij je leert op en tijdens je werk. Dit heeft vooral voordelen als de aan te leren vaardigheid meer praktisch dan theoretisch van aard is.
Een minder bekende manier om je te ontwikkelen is functieroulatie. Hierbij kun je denken aan een vergelijkbare functie in een andere afdeling. Maar het is ook mogelijk dat je binnen je organisatie een andere functie oppakt.
Nieuwe werknemers vereisen speciale aandacht. Je hoort nog wel eens dat iemand direct in het diepe wordt gegooid en het vooral zelf moet uitzoeken. Daar kun je veel van leren. Aan de andere kant is bekend dat mentoraat een waardevol hulpmiddel is om de kennis en ervaring van ervaren werknemers over te dragen aan junior werknemers. Mits goed opgezet levert dit meerdere belangrijke voordelen op.
Er is niet een manier om je persoonlijk te ontwikkelen op je werk. Maar hoe je dit ook oppakt, de rode draad is dat persoonlijke ontwikkeling bijdraagt aan je behoefte om je competent te voelen.
In de volgende blog ga ik in op de termen sterke kanten en jobcarving.